toen het langzaam lente werd
Traag werden
de bomen weer boller
en beste mensen:
Dames, vrouwen, meisjes
De contouren leken voller
ronder.
Rokjesdag was om de hoek
lui op het marktplein
zat ik
met een vals boek
'Mensen kijken,' zegt mijn vader
'niets is leuker als mensen kijken!'
als ze opeens vluchten
voor plotselinge regen
zag ik
in een nat shirtje rennend
een dikke negen
hoorde ze mijn
bewonderende fluitje?
Het was een kort en
bevredigend buitje...
De vrome
geur van gemeste aarde
dik slome
wolken
knipperen de zon
Zo begon
de lente
koffie en appeltaart
met krenten
op het terras
in een mooie hoek.