Op de Markt I, II en III (in de herhaling)
Op de markt I
Het is de schemering die ik me herinner.
Winter en een uur of vijf.
Op de markt werd al opgeruimd.
Bossen bloemen voor een prikkie.
Twee meloenen een euro?
Mijn wangen zijn prettig gevoelloos.
wat kouder dan mijn kin.
Met mijn handen in
mijn jas zoek ik wat betekenis.
Voorzichtig sluip ik langs de kramen.
"Er gebeurt nooit wat in dit dorp”
denk ik bij mezelf
en toen zag ik jou
bij de viskraam.
Op de markt II
Je zette je mes in een makreel.
Hier sta ik, je nieuwe vriendje.
Je loenste en je rotstem riep:
“Vijf nieuwe voor een tientje!”
Het werd me even wat teveel.
Volgende week zaterdag
probeer ik het weer
maar dan wacht ik tot je klaar bent
en is het donker.
Op de markt III
Nu is het nacht en zwalk ik
na een avond met jou
met een slok teveel
op de zwabberfiets
over de markt naar huis.
Geur als achtergrondruis,
dus ik kan precies ruiken
waar jullie kraam stond
“Vis van Toet, altijd goed!”
en de meeuwen weten het ook.
Bijna moet ik overgeven.
Ik heb vandaag besloten
dat ik alleen bij je blijf
als je ander werk zoekt.